-
1 screw up
opschroeven, opvijzelen; aanschroeven; dichtschroeven; oprollen; samenknijpen; verprutsen, verknoeien; in de war brengenscrew up1 verwringen ⇒ verdraaien, verfrommelen♦voorbeelden: -
2 she screwed up her eyes
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский